26 juli 2019

De verklaring van wederzijdse erkenning: vrij verkeer van goederen

Het principe van wederzijdse erkenning is gebaseerd op het gelijknamige Europese beginsel dat goederen die in één lidstaat rechtmatig worden verhandeld ook in de andere lidstaten mogen worden verhandeld.

Tot op heden is Verordening 764/2008 de praktische vertaling van dit beginsel. In deze Verordening ontbreken de voorwaarden waaronder lidstaten goederen mogen weigeren en de verkoop van goederen mogen staken. De handhavende instanties in lidstaten weten vaak niet of andere lidstaten voorschriften hebben voor bepaalde goederen of wat die voorschriften zijn wanneer deze wel aanwezig zijn. Weigering vindt dan ook vaak plaats op grond van een afwijking met eigen nationale voorschriften: ‘’Voldoet het product niet aan onze voorschriften, dan mag het niet in ons land worden verhandeld’’.

Door de vele verschillen in de nationale voorschriften voor voedselcontactmaterialen (VCM) worden marktdeelnemers in dit segment vaak geconfronteerd met de tekortkomingen van Verordening 764/2008.

Verklaring van wederzijdse erkenning

Op 19 april 2020 treedt de Verordening (EU) 2019/515 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht in werking. In deze Verordening wordt de ‘Verklaring van wederzijdse erkenning’ geïntroduceerd. Hierin wordt verklaard aan welke relevante nationale voorschrift(en) van het land waarin de goederen de Europese markt voor het eerst betreden, voldoen. Handhavende instanties worden hiermee geïnformeerd over de geldende voorschriften waarmee de goederen in overeenstemming zijn.

De verklaring van overeenstemming kan aan de zendingen worden toegevoegd of mag na verzoek van de handhavende instanties digitaal worden aangeleverd. Het document moet in elk geval de meest actuele informatie met betrekking tot de goederen bevatten.

Wanneer is de verklaring van toepassing?

De Verordening en het gebruik van de verklaring van wederzijdse erkenning is mogelijk voor alle goederen waarvoor geldt dat;

  • er geen of deels geharmoniseerde Europese wetgeving op de goederen of groep goederen van toepassing is;
  • de artikelen rechtmatig in de handel zijn gebracht in de oorspronkelijke lidstaat in lijn zijn met artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);
  • de oorspronkelijke lidstaat beschikt over relevante geldende nationale voorschriften die in lijn zijn met Richtlijn (EU) 2015/1535 voor de informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij.

Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen?

Een vorm van deels geharmoniseerde Europese wetgeving is die van VCM. In tegenstelling tot vijf op Europees niveau gereguleerde VCM heeft Nederland 12 VCM gereguleerd in de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen (de Warenwet). De Warenwet geldt als relevant nationaal voorschrift in Nederland. Het gebruik van de verklaring van wederzijdse erkenning is mogelijk voor de VCM welk niet of deels in Europa zijn gereguleerd en die wel in de Warenwet zijn gereguleerd.

Door de verschillende eisen die op Europees en/of nationaal niveau aan VCM worden gesteld, moet voor het gebruik van deze verklaring rekening worden gehouden met de volgende scenario’s:

1. Deels geharmoniseerde wetgeving
Voor keramische VCM zijn in de Verordening 84/500/EEG overgangslimieten vastgesteld voor de stoffen lood & cadmium naar voedsel. In aanvulling op deze Verordening, bevat de Warenwet overgangslimieten voor 10 overige stoffen die kunnen voorkomen in dit materiaal. Keramische VCM voor de Nederlandse en Europese markt moeten dus voldoen aan de Europese en Nederlandse wetgeving.

2. Geen geharmoniseerde wetgeving
VCM zoals hout, textiel en glas zijn niet door Europa gereguleerd, maar wel in Nederland. Voor verkoop in Nederland en Europa hoeven deze VCM alleen te voldoen aan de vereisten uit Warenwet.

Onderzoek door lidstaat van bestemming

De bevoegde autoriteiten van een lidstaat kunnen goederen op ieder moment onderzoeken. Ook als de goederen met een verklaring van overeenstemming worden geleverd. De autoriteiten moeten de marktdeelnemer in ieder geval op de hoogte te stellen en mogen de onderliggende documentatie die de overeenkomsten met de nationale voorschrift(en) van de oorspronkelijke lidstaat onderbouwen opvragen. Gedurende een onderzoek mag de handel voort worden gezet. Tijdelijke opschorting van de toegang tot die markt is overigens wel mogelijk wanneer;

  • de goederen een ernstig risico vormen voor de veiligheid en gezondheid van mens of milieu;
  • dit risico zich voordoet bij normaal of redelijk te verwachten gebruik, inclusief ernstige risico’s waarvan het effect niet direct is en er snel moet worden ingegrepen door de autoriteiten;
  • de goederen een algemeen verbod hebben in die lidstaat op grond van de openbare veiligheid zoals het algemeen verbod op Bisfenol A in Frankrijk;
  • zij de opschorting melden via RAPEX, het Europees meldingssysteem voor gevaarlijke producten.

Ondersteuning nodig?

Heeft u vragen over de verklaring van wederzijdse erkenning? Of wilt u weten aan welke specifieke eisen uw voedselcontactmaterialen moeten voldoen om gebruik te maken van de verklaring van wederzijdse erkenning? Précon Quality Services kan u helpen! Neem vrijblijvend contact met ons op via +31 (0)30 – 65 66 010 of info@precon.group.

Inschrijven nieuwsbrief Blijf op de hoogte